zondag

diepe duistere gedachten van een onwetende ziel

"Blijf je?"
Nietszeggende woorden in een duistere leegte.
"Ik... ik wil echt dat je blijft", fluisterde ik vergeefs.
Hij antwoordde niet, liet de stilte voor wat ze was. Donkerblauwe ogen lichtten zachtjes op in het schemer. Zachtjes streek ik de haren uit zijn ogen, alsof de gouden spikkels in zijn irissen als gloeiende kolen de haren zouden verbranden.
"Zeg iets," mompelde ik,"alsjeblieft..."
Lichtjes drukte hij zijn lippen op de mijne, verstoorde de stilte enkel met het geluid van ritselende lakens. Ik wilde hem zeggen dat hij moest blijven, hem zeggen dat hij mij maakte. Zonder hem, geen ik.
Maar zijn stilte sprak, zijn stilte schreeuwde, beval.
Grimmige takken tikten ritmisch op de bedampte ramen, ons afsluitend van alles. Van iedereen.
Onze kleine, kleine kooi van tijdloosheid, afstandelijkheid. 
Ik drukte mijn lippen harder tegen de zijne,
verzegelde ons lichte vaarwel met een kus.
En zag hoe de kolen in zijn ogen
langzaam
langzaam
uitdoofden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten